Dacia Duster

God vergeve de Dacia (door Olaf Tempelman)

10-03-2014
Joost
Overig
0

Ons lid Marco de Vries maakte ons attent op een artikel van de hand van Olaf Tempelman, dat op 19 april 2001 te lezen stond in de Volkskrant. Met toestemming van de Volkskrant plaatsen wij nu dit artikel. Lees het met een glimlach!

God vergeve de Dacia door Olaf Tempelman 19/01, In Duitsland is de Trabant bijna uit het straatbeeld verdwenen en in Polen is de oude FSO een bezienswaardigheid. Maar in Boekarest rijden er meer Dacia's dan ooit - hoezeer de Roemenen ook klagen over dit symbool van armoe en falende techniek.

Dacia1300HET IS ALLEMAAL de schuld van de Dacia 1300. De Roemeense mannen staan in de file. Door een gat in de vloer zien zij het asfalt zachtjes voorbij glijden. Twee van de vier portieren kunnen niet meer open. Door alle gaten en kieren blaast de wind naar binnen. Ruitenwissers hebben er wel ooit op gezeten. Gordels zijn voor de sier. Als je richting naar rechts aangeeft, knippert het onding links. Met een speciale koppelingtechniek moet je van de twee naar de drie zien te komen. Met die derde versnelling zal het wel eeuwig tobben blijven.

En als je niet met enorme spierkracht aan het stuur rukt, blijkt de Dacia over een wel heel eigenzinnig richtingsgevoel te beschikken. Ineens doemt aan de linkerkant een spiksplinternieuwe Mercedes op. Acht cilinders. Airco. Leren bekleding. En natuurlijk een mooie vrouw op de rechterstoel.

De Roemeense mannen denken: verdomme! In de herfst kondigde de extremistische blaaskaak Corneliu Vadim Tudor aan alle nouveaux riches in Mercedessen een kopje kleiner te gaan maken. C.V. Tudor - zelf in het bezit van minstens een BMW - behaalde bijna 30 procent van de stemmen. De Dacia 1300 is bij deze aangeklaagd wegens het aanzetten tot politiek extremisme. Arme Dacia! Zo vaak het onderwerp van verwensingen. En toch heeft bijna iedere Roemeen ergens in zijn hart een warm plekje voor deze automobiel. Want in welke bolide voelen zelfs schapen zich thuis op de achterbank? In welke auto kun je rustig volle melk als anti-vries gebruiken? Welke auto loopt met een beetje likeur onder de motorkap beter dan zonder?

Welke auto kan door iedereen, dag en nacht, gerepareerd worden, door boeren, herders en clochards? De Dacia en Roemenie horen bij elkaar. Reis naar Roemenie en je ziet aan de Dacia's op straat of je de grens al over bent. Niets is Roemeenser dan die herder die ontdekte dat er precies tien schapen in een Dacia stationcar gaan. De Dacia en Roemenie zijn tot elkaar veroordeeld. In Tsjechie is de oude Skoda bijna uit het straatbeeld verdwenen. In Polen is de FSO een relikwie uit een grijs verleden. De Trabant staat in het museum. Maar de Dacia blijft rijden. Sterker nog: er rijden meer Dacia's dan ooit tevoren. In Roemenie is het aantal auto's sinds 1989 bijna vertienvoudigd. De meeste van die nieuwkomers zijn Dacia's. Op iets anders dan de nationale automobiel is het budget van de gemiddelde Roemeen nog steeds niet berekend.

Al zijn er natuurlijk sluwe lieden die er wel in geslaagd zijn Mercedessen, BMW's en Audi's op de kop te tikken. Het zijn deze pronkstukken die het dagelijks leven voor de Dacia-rijder tot een kleine lijdensweg maken. Vooral als die Dacia-rijder weer eens met net iets te weinig subtiliteit richting aangeeft en zo - shit! - voor de zoveelste keer eigenhandig de handel van het stuur afrukt. 'Er staat een wereld van charmes tegenover.

'Sandu Corina, Dacia-rijder, zegt het met een vette knipoog. 'Je moet een Dacia vergiffenis kunnen schenken.' Een goed humeur, controle over emoties en improvisatievermogen - dat zijn de drie essentiele vereisten voor de Dacia-rijder. 'Ergens in de jaren tachtig zit ik op een paar honderd kilometer van Boekarest. En verrek, hij remt niet meer. Sta ik eindelijk aan de kant, blijkt alle remvloeistof te zijn weggelekt. Met wat leukoplast dek ik de scheuren af. Maar de enige vloeistof die ik bij me heb is een fles tuica (de Roemeense slivovitsj). Ik giet het er in en hij remt voortreffelijk.

Kom ik in Boekarest, blijkt er door de verhitting zo'n drankwalm om de auto te hangen dat ik word aangehouden. Zeg ik tegen die agent: dat ben ik niet. Dat is de Dacia. De Dacia en sterke drank - ze hebben iets met elkaar. Geen Dacia-garage of er is een barretje voor de deur. Hier geen glinsterende showrooms met gladde jochies in pak. Een paar trailers, bruggen en gereedschapskisten, dat is het. Geef een met olie besmeurde monteur contant drie miljoen lei (drieduizend gulden) en je kunt een nieuwe Dacia meenemen. Vaak komen mensen zelf een middagje aan hun auto sleutelen. Een borreltje hoort daarbij.

Marius, Dacia-monteur: 'De Dacia gaat makkelijk kapot. Maar hij is ook altijd makkelijk weer te maken. Wat dat betreft is de Dacia als Roemenie zelf. Heel vaak loopt het niet zoals het hoort. Maar je vindt altijd weer een oplossing. 'Maar soms is die oplossing iets te veel borreltje en iets te weinig schroevendraaier. Doru Andronescu, Dacia-rijder: 'Ik had mijn blauwe Dacia Break een grote beurt laten geven. Ik rijd weg en heb sterk de indruk dat de voorwielen scheef staan. Ga ik kijken, blijkt dat ze allerlei schroeven zijn vergeten.

Sindsdien doe ik bijna alles zelf. Startmotor, V-snaar en bougies. Heb ik allemaal in voorraad. 'Geachte kameraden! Het is een heugelijk feit dat sinds het Partijcongres ter ontwikkeling van de socialistische economie van de Volksrepubliek Roemenie besloot tot het oprichten van een eigen automobielindustrie, deze niet alleen is uitgegroeid tot de motor van onze industriele samenleving, maar dat haar produkt, de Dacia 1300, ook een symbool is geworden voor de sterk gegroeide welvaart en het moderne leven van alle inwoners in ons land, de uitvoerders van het socialisme. (Uit: De Dacia 1300, Editura Technica, Boekarest, 1978.)

[image=collection,2014,Dacia_1100,right]Dacia_1100.jpg[/image]Dacia. Zo heette Roemenie tweeduizend jaar geleden. De Romeinen hielden het gebied bezet. De Roemenen werden door hen 'geromaniseerd'. Ze werden 'een Latijns volk'. En zo'n volk zoekt banden met andere Latijnen. In de negentiende eeuw werd Roemenie het Oost-Europese petekind van Frankrijk. De Fransen hadden een zwak voor het land. Renault deed de Roemenen in 1968 het model voor de eerste Dacia praktisch cadeau: de Renault 10, die in dat jaar in Frankrijk uit de productie werd genomen. Dat werd de Dacia 1100.

Sandu Corina: 'De wachtlijst was gigantisch. Vier of vijf jaar nadat je de staat het geld had betaald, kon je hem eindelijk afhalen. De motor zat achterin. Bij de Fransen was die 900 cc. Maar de Roemenen zetten er een 1100-motor in. Het gevolg was dat hij al bij 70 kilometer per uur begon te steigeren als een paard. Ik heb toen vier zakken cement voor in de kofferbak gelegd. Dat hielp. Maar harder dan 100 moest je er niet mee rijden. Dan liep je het risico dat je in iemands voortuin belandde. 'Het was geen limousine, zegt Sandu Corina.

En toch heeft hij aan geen andere auto zulke fantastische herinneringen. 'In die tijd had je in Roemenie nog nauwelijks auto's. Wel veel scooters en motorfietsen. Met een Dacia maakte je de blits. Meisjes keken je na, weet je. Je werd constant gebeld. Kun je komen rijden? Ik was taxi, ambulance en showrijder tegelijk. Na een feest gingen we er vaak met z'n achten in. In 1981 heb ik hem voor bijna de nieuwprijs verkocht. Zelfs als een Dacia uit elkaar viel, was-ie nog niet afgeschreven. 'Nog steeds kun je in Roemenie de Dacia 1100 zien rijden. Met cement, bakstenen of boeken in de voorbak. Vooral communistische encyclopedieen blijken daarvoor zeer geschikt.

Begin jaren zeventig was inmiddels het model in gebruik genomen dat bekend staat als de Dacia: de 1300, ofwel de 'Berlina'. Tot op de dag van vandaag wordt die in vrijwel ongewijzigde vorm gemaakt. Alleen de grille, het dashboard en de achterlichten hebben door de jaren heen een facelift ondergaan. Kenners zien het meteen: het is de oude Renault 12, die in het Westen na een weinig opzienbarende carriere in het midden van de jaren zeventig van het toneel verdween. Cristian Ioncescu, Dacia-rijder: 'Volgens mij kozen ze de Renault 12 omdat de vering een buitengewoon goeie reputatie had. Het Roemeense asfalt is op z'n zachtst gezegd niet helemaal vrij van gaten.

Autorijden is vaak slalommen; en dat gaat natuurlijk weleens mis. Het is verbazingwekkend hoeveel kuilen, hobbels en bobbels een Dacia moeiteloos neemt. Hij rekt er hoogstens een beetje van uit. 'De eerste Dacia van zijn vader eindigde als een echte springveer. 'Het was alsof je op een hobbelpaard zat. Maar dat namen we voor lief. We waren allemaal enorm aan die auto gehecht. Zes jaar hadden we er op moeten wachten. Lief en leed hadden we ermee gedeeld. Toen mijn vader hem weg deed, moest mijn moeder huilen. Sandu Corina heeft om zijn Dacia 1300 nooit een traan gelaten. Toen ik in 1981 van de 1100 op de 1300 overging, was dat een afknapper. Voor de 1100 kwamen vrijwel alle onderdelen uit Frankrijk. De 1300 was vanaf 1976 een volledig Roemeens product. En tsja, dat ging ze niet fantastisch af.

Als ze nu in Zimbabwe ineens laptops gaan produceren, verwacht je ook niet dat ze het meteen goed doen.'Geleidelijk aan werd het beter. Doru Andronescu formuleert dat liever anders: geleidelijk aan leerden Roemenen beter met de Dacia omgaan. Dacia-beheersing werd een volkswijsheid. 'De eerste keer dat ik met pech langs de weg sta, komt er zomaar een boer naar mij toe. En verdomd: hij fikst het in vijf minuten.'Sandu Corina: 'Midden in de bergen breekt m'n aandrijfsnaar. Een herder geeft mij een stuk ketting van een van zijn honden. En ziedaar: het blijkt te werken. Ik heb er nog honderden kilometers mee doorgereden.

'In moderne maatschappijen beheersen mensen de techniek waarvan ze afhankelijk zijn niet meer, zegt Ioncescu. 'In een Dacia ben jij nog de baas over de techniek. In plaats van andersom. Bovendien kun je je linkerbeen er lekker in laten bungelen. Kom daar maar eens om in een kleine Japanner.''Ik vrees dat ik de Dacia zal gaan missen', zegt Sandu Corina. Over twee weken mag hij zich na dertig jaar ex-Dacia-rijder noemen. 'Na proefritten met mijn nieuwe auto had ik een onwezenlijk gevoel. Alsof ik geen klap had uitgevoerd. Alsof ik mijn spieren niet had gebruikt. Het was iets tussen zelfvoldaanheid en lamlendigheid in. Ik denk dat een Westerse automobilist zich altijd zo voelt.'


Je moet Inloggen om een reactie te kunnen plaatsen.
Er zijn geen reacties geplaatst op dit artikel.